Een veelvoud van wegbeheerders en marktpartijen zorgt ervoor dat ons wegennet betrouwbaar en robuust blijft. En alleen dit laatste is belangrijk voor de reizigers, die zich verplaatsen over ons wegennet; zij herkennen dit onderscheid niet en hebben er geen boodschap aan het feit dat er zoveel partijen bij betrokken zijn. Voor hen is het belangrijk dat ze veilig, betrouwbaar en voorspelbaar van hun herkomst naar hun bestemming kunnen. Precies dit uitgangspunt heeft geleid tot een intensieve samenwerking van wegbeheerders in Midden-Nederland. In De Bilt keken de partijen tevreden terug op de tot nu toe behaalde resultaten.
Het Regionaal Verkeersmanagement (RVM) Midden-Nederland omvat 10 wegbeheerders, die allemaal uiteindelijk zorgdragen voor één robuust netwerk, waar verschillende modaliteiten gebruik van maken. Doel is de bereikbaarheid in de regio op orde te houden en de ruimtelijk economische positie verder te versterken. Rijkswaterstaat, de provincie Utrecht en gemeentelijke wegbeheerders in Midden-Nederland sloegen 10 jaar geleden de handen ineen om RVM tot stand te brengen en samen met de private partijen de opgave in te vullen om Midden-Nederland bereikbaar en leefbaar te houden. Bijzonder daarbij was de intensieve samenwerking tussen overheid en markt.
Bert Batenburg, contractmanager binnen de Provincie Utrecht legt uit: “De opgave was en is groot: Utrecht is de draaischijf van het wegennet in Nederland. De stedelijke verdichting en economische groei zorgen ervoor dat het wegennet onder druk staat. Met RVM wordt getracht het bestaande wegnnet beter te benutten, maar ruimte - zowel financieel als fysiek - om onbeperkt asfalt bij te leggen is er niet.
Er is veel aandacht besteed aan het beter benutten van de bestaande infrastructuur met goede reisinformatie richting de weggebruiker. Dit is gedaan door de focus te leggen op drie gebieden:
Bij het op orde brengen is het essentieel om de keten bij de publieke en private partijen op alle niveaus (bestuurlijk, strategisch, tactisch en operationeel) gelijk te krijgen, legde Vialis-directeur Robin van Haasteren uit.
Tevreden zegt hij: “De samenwerking tussen publiek en privaat was bijzonder. Ik heb de afgelopen tijd nog nooit zoveel met klanten gesproken over vertrouwen en samenwerking. We hebben echt ingestroken op samenwerking en van wantrouwen naar vertrouwen.”
Erik de Boer is namens de provincie Utrecht de programmamanager van RVM. Ook hij kijkt terug op een goede samenwerking. We hebben wel gemerkt dat de lopende contracten veelal niet toereikend bleken voor de complexe en snelle innvoaties die op ons afkwamen. Dit leidde tot fustraties over en weer, Door transparant naar elkaar te zijn en samen te werken op basis van vertrouwen ipv wantrouwen, zijn we er met elkaar toch steeds uitgekomen. In het vervolg moeten we echter meer zoeken naar een passende contractvorm, rekening houdend met de eigen krachten en beperkingen van de betreffende partijen. Dat betekent ook dat je als organisatie moet willen veranderen. Dat je andere competenties in huis haalt. “We hebben allemaal een intrinsieke motivatie en moeten meer gaan denken in een gemeenschappelijk belang om echt verder te komen. Aan de andere kant mag je ook accepteren dat de belangen tussen verschillende partijen verschillen. Maar het resultaat telt.” Van Haasteren vult aan: “We moeten bij de samenwerking veel meer gaan zitten op het ‘wat’ en vooral ‘waarom’ in plaats van ‘hoe’. De ontwikkelingen gaan zo snel dat de ‘hoe’ vaak vaak al achterhaald is voordat wordt gestart.”
Ook Martijn van Rij, teammanager Smart Mobility bij Sweco, ziet een veranderende rol van de overheid als opdrachtgever, die de regie meer uit handen durft te geven. Hij ziet dat vaak nu nog elke wegbeheerder zijn eigen lokale oplossingen heeft. “Dat kan je ook centraliseren. En waarom zou een marktpartij dat niet kunnen doen? Maar je moet als organisatie wel dingen uit handen durven geven. Dat is wel een omslag.” Ook hier is vertrouwen weer de basis.
“Het is goed om eens te kijken naar een glas dat half vol is”, blikt Paul van Koningsbruggen, Director Mobility van Technolution terug. “Dit is misschien niet het grootste systeem van Nederland, maar wel één met een zegel die de hele keten sluit. Nu dat werkt, kan de regio als één groot samenwerkingsverband functioneren.”
De afgelopen jaren waren leerzaam en bijzonder, maar daar houdt het niet mee op. RVM loopt nog twee jaar en inmiddels wordt er ook nagedacht over een vervolg. Waarbij de wereld steeds sneller gaat en we op een andere manier gaan samenwerken. Publiek en privaat zullen samen meer de risico’s voor bijvoorbeeld innovaties gaan dragen, we gaan meer en meer elkaars belang dienen en er zal sprake zijn van een andere samenwerking tussen de partijen, met andere competenties binnen de partijen.
Kortom; de toekomst zal verandermanagement en compentieontwikkeling vragen over alle organisaties en niveaus heen.